Geboren te Frankfurt am Main, Duitsland. Schrijver, wetenschapper, filosoof en staatsman. Studeerde rechten aan de universiteiten van Leipzig en Straatsburg. In 1772 ging hij werken aan het hoogste gerechtshof in Wetzlar. In 1775 trad hij, op uitnodiging van Karel August, hertog van Saksen-Weimar-Eisenach, in staatsdienst. Werd o.a. belast met het beheer van de financiën en de weg- en mijnbouw, het krijgswezen en later het beheer van het hoftheater. Bij pogingen om de mijnen in het Thüringer Woud opnieuw leven in te blazen, verhevigde zich Goethes interesse in en onderzoek naar geologie en mineralogie en de natuurwetenschappen in het algemeen (het mineraal goethiet is naar hem vernoemd). In 1782 werd hij in de adelstand verheven. Vertrok in 1786 naar Italië. Werd In 1788 door de hertog teruggeroepen naar Weimar. Trouwde in 1806 met Christiane Vulpius. Heeft de laatste jaren van zijn leven gewijd aan de literatuur en het afnemen van audiënties in zijn huis te Weimar. Overleden te Weimar, Thüringen.