Geboren in Geldrop, Noord-Brabant. Zijn jeugd is niet erg gelukkig. Zijn vader drinkt zich in het weekend regelmatig onder de tafel en schreeuwt dan zijn familie de huid vol. De jonge Adri trekt zich vaak terug in zijn kamer en vlucht in de wereld van de boeken. Adrianus Franciscus Theodorus van der Heijden ondernam op 16-jarige leeftijd al pogingen om een roman te schrijven. Na de HBS wilde hij aanvankelijk Nederlands gaan studeren, maar in 1970 begon hij met psychologie in Nijmegen. Deze studie verruilde hij reeds snel voor filosofie. Op 20- jarige leeftijd voltooide hij ‘Het bejaardentehuis op het dak van de hemel’, een nooit uitgegeven werk dat eigenlijk de oertekst vormt van het grote romanproject 'De tandeloze tijd' waarvan de eerste delen verschenen in 1983. In 1976 verhuisde hij naar Amsterdam en studeerde enige tijd esthetica, maar ook deze studie bleef onvoltooid. Ondertussen verhuisde hij regelmatig en bracht ook veel tijd door in Italië. Na zijn huwelijk met Mirjam Rotenstreich verhuisde hij ook nog enige malen. Van der Heijden debuteerde onder de naam Patrizio Canaponi. Zijn eerste boek ‘Een gondel in de Herengracht en andere verhalen’ (1978) werd bekroond met de Anton Wachterprijs.