Geboren te Lincoln, Nebraska. Hij is de zoon van Leotis ("Lee") Bishop (geboren in 1920 in Frys Mill, Poinsett County, Arkansas) en Maxine ("Mac") Elaine Matison (geboren in 1920 in Ashland, Nebraska). Zijn ouders leerden elkaar kennen in de zomer van 1942 toen zijn vader, een recente soldaat van de luchtmacht, in Lincoln was gestationeerd. De kinderjaren van Bishop waren het rondzwervende leven van een militaire snotaap. Hij ging naar de kleuterschool in Tokio, Japan, en hij bracht zijn laatste jaar van de middelbare school door in Sevilla, Spanje. Zijn ouders scheidden in 1951, en Bishop bracht zomers door waar zijn vader zich ook bevond. Bishop ging in 1963 naar de Universiteit van Georgia, behaalde zijn bachelordiploma in 1967, voordat hij een masterdiploma in het Engels behaalde. In 1969 trouwde hij met Jeri Ellis Whitaker uit Columbus, Georgia. Van 1968 tot 1972 gaf hij Engelse les (inclusief een cursus in sciencefiction) aan de United States Air Force Academy Preparatory School in Colorado Springs. Na zijn dienstcarrière doceerde hij compositie en Engelse literatuur aan de Universiteit van Georgia in Athene. Een zoon, Jamie, werd geboren in 1971, en een dochter, Stephanie werd geboren in 1973. Bishop stopte met lesgeven in 1974 om fulltime schrijver te worden. In die vroege jaren van freelanceschrijven werkte hij af en toe als vervangende leraar op de openbare scholen en als stringer voor de Ledger-Enquirer in Columbus. In 1996 werd Bishop writer-in-residence aan het LaGrange College in de buurt van zijn huis (gebouwd in de jaren 1890) in Pine Mountain, Georgia. Bishop gaf cursussen creatief schrijven en af en toe een tussentijdse cursus in januari. Hij bekleedde deze functie tot het voorjaar van 2012. Hij en Jeri, voormalig adviseur op de Rosemont Elementary School, hebben twee kleinkinderen, Annabel en Joel, bij hun dochter Stephanie. Op 16 april 2007 was hun zoon Jamie , docent Duits en IT-studies, een van de slachtoffers van het bloedbad van Virginia Tech. Bishop is tweemaal bekroond met de Nebula: in 1981 voor 'The Quickening' (Best Novelette) en in 1982 voor 'No Enemy But Time' (Best Novel). Hij heeft ook vier Locus Awards ontvangen en zijn werk is genomineerd voor talloze Hugo Awards. In juli 2009 ontving 'The Pile' de Shirley Jackson Award voor Beste Korte Verhaal van 2008. In 1993 koos 20th Century Fox zijn roman Brittle Innings voor een film en kocht de rechten ronduit in 1995.