Geboren te Lier. Leopoldus Maximilianus Felix Timmermans was een Vlaams dichter, romanschrijver en dramaturg. Hij was het dertiende kind in een gezin met veertien kinderen. Zijn vader, Joannes Gummarus (Gommaire), was een reizende koopman in kant. Zijn moeder, Angelina van Nueten, woonde tegenover het ouderlijk huis van Joannes Gummarus. Ze wisselden liefdesbrieven uit doorheen het raam en huwden op 7 februari 1866. Een dag na zijn geboorte werd Timmermans gedoopt in de Lierse Sint-Gummaruskerk. Zijn 17-jarige zus Valeria werd zijn meter, haar vriend Felix van der Slagmeulen zijn peter. De naam Felix, waaronder Timmermans het bekendst is geworden, heeft hij dus aan zijn dooppeter te danken. Werkte aanvankelijk in de kanthandel van zijn vader. Wegens activisme na de Eerste Wereldoorlog uitgeweken naar Nederland tot 1920, leefde daar als schilder, tekenaar en letterkundige. In 1935 voorzitter ‘Scriptores Catholici’ en lid van de Koninklijke Academie voor taal- en letterkunde. Van 1940-1941 redacteur van ‘Volk’. In 1942 ontving hij de Rembrandtprijs van de Universiteit van Hamburg. Hij is de vader van Gommaar en Lia Timmermans. Op 6 augustus 1944 werd Timmermans getroffen door een kransslagadertrombose (hartinfarct). Overleden te Lier. De begrafenisdienst vond plaats in de Sint-Gummaruskerk, waar hij ook was gedoopt. Timmermans werd begraven op het kerkhof Kloosterheide te Lier. In 2014 werd hij ook officieel ereburger van zijn thuisstad Lier.