Geboren in Stilo, Calabrië, Zuid-Italië. Hij was een wonderkind. Op 14 jarige leeftijd trad hij in de Dominicaanse order en nam de naam van Tommaso aan. Zijn opleiding in philosofie en theologie was in Dominicaanse kloosters. Hij werd aanhanger van Bernardino Telesio. Hij spendeerde 27 jaar in de gevangenis van Napels en bij zijn vrijlating gelijk weer gearresteerd en gevangen gezet in Rome tot 1629. Gedurende zijn gevangenschap moest hij onder erbarmelijke omstandigheden leven en werd hij verscheidene malen gemarteld. In 1634 vluchtte hij naar Frankrijk, waar hij vredig leefde totaan zijn dood onder de bescherming van Kardinaal Richelieu.