Johannes Pieter Jacobus Helmich Clinge Doorenbos werd geboren in Würzburg. Hij was de zoon van de arts Jakob Martin Clinge Doorenbos en van een telg uit een rijke Twentse fabrikantenfamilie. Zijn zuster Jenne was vele jaren de muze van de dichter Herman Gorter.
In de Eerste Wereldoorlog trad hij met zijn vrouw Wobbina de Blécourt, met wie hij op 8 juli 1914 in Nijmegen trouwde, op voor gemobiliseerde militairen. Na de oorlog trok het echtpaar door Nederland met een liedjesprogramma met conferences. Hij schreef de teksten, zij de muziek. Naast dat hij operettes en kinderboeken schreef, schreef hij ook liedjes voor artiesten als Louis Davids, Fien de la Mar en Jean-Louis Pisuisse. Met tekenaar Louis Raemaekers verzorgde hij dagelijkse strips voor kranten, onder andere Flippie Flink.
Tussen 1920 en 1925 schreef hij 38 cabaretteksten, die werden met bladmuziek uitgegeven door Scheltens & Giltay, met de bekende omslagontwerpen van Willy Sluiter. Vanaf 1921 verscheen zijn dagelijkse gedicht naar aanleiding van de actuele gebeurtenissen voor het eerst in De Telegraaf. Hij verzorgde deze gedichten ruim 50 jaar voor De Telegraaf. In 1933 werkte hij mee aan Wasch gemakkelijk... wasch voordelig voor fabrikant Persil, de eerste Nederlands gesproken reclamefilm. Hierna schreef hij gelegenheidsgedichten en reclameteksten, trad met zijn liedjes op voor de radio en schreef twee autobiografische boeken. In 1946 verscheen Daar wordt gebeld over de Tweede Wereldoorlog en in 1948 zijn levensverhaal Zingend door het leven. Zijn bekendste boek verscheen in 1950, Het Muizenboek genaamd.
Hij bleef optreden tot 1971, het jaar waarin zijn vrouw overleed. Met haar woonde hij vele jaren in villa De Clinge in Naarden. De laatste jaren verbleef hij in een verzorgingshuis in Bussum. Toen per ongeluk De telgraaf een I.M. publiceerde in 1978 reageerde hij er spitsvondig op met een rijmpje, maar een aantal maanden later overleed hij toch.