Geboren te Bad Köstritz. Was een Duitse dichter van de late romantiek. Van 1856 tot 1885 was Sturm bovendien de pastoor van Köstritz. Hij schreef talloze gedichten en prozawerken, die hij in ongeveer 30 boeken publiceerde. Julius Sturm ging sinds 1829 naar de Rutheneum-grammaticaschool in Gera en studeerde vanaf 1837 theologie aan de Universiteit van Jena. Tijdens zijn studie werd hij lid van de Jena-broederschap. In 1841 begon hij een educatieve activiteit in Heilbronn, waar hij de opvoeder werd van de erfelijke prins Heinrich XIV. L. (Reuss-Schleiz) werd genoemd. Hij zat gedeeltelijk op de lagere school in Meiningen. In 1844 publiceerde hij zijn eerste boek 'Neue Märchen für die Jugend', vervolgens onder het pseudoniem Julius Stern. In 1851 werd hij pastoor in Göschitz bij Schleiz en eind 1857 pastoor in Köstritz. In 1885 werd hij ereburger van Köstritz. In 1885 kreeg hij ter gelegenheid van zijn pensionering de titel van Geheime Kerkraad. Zijn zoon Heinrich Sturm was burgemeester van de stad Chemnitz van 1908 tot zijn dood in 1917. Zijn oudere zoon August Sturm, een professionele advocaat en auteur van vele gedichten en andere werken, schreef een biografie van zijn vader in 1916. Storm's teksten worden als religieus en gevoelig beschouwd. Overleden te Leipzig.