Geboren te Koekelberg, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, België. Nederlandse poppenspeler. Guido van Deth gaf al op de middelbare school voorstellingen met poppen. Later ontmoette hij tijdens een studiereis door Europa Jacques Chesnais. Deze Franse marionettenspeler werd zijn vriend én leermeester. In 1933 begon Van Deth in Den Haag met handpoppen. Op 22 juni 1946 richtte hij, samen met Sam van Vleuten en Rico Bulthuis, het 'Theater der Verenigde Poppenspelers' op. In 1950 zag Felicia Beck op school een voorstelling van poppenspeler Guido van Deth, en zij was daarvan zo onder de indruk, dat zij direct naar haar eindexamen vroeg of zij in zijn theater mocht komen werken om het vak te leren. En zo kwam zij bij hem in dienst. Onder zijn leiding leerde zij het vak van poppenspeler in de praktijk. Na zijn huwelijk in 1955 met Felicia Beck werkte hij met zijn vrouw aan de verdere uitbouw van het theater. Het Poppentheater Guido van Deth groeide uit tot een huistheater voor poppenspel, dat vooral in Den Haag zeer geliefd werd en door een trouw publiek bezocht werd. Voor zijn theater schreef Guido van Deth vaak zelf het repertoire, maar hij bewerkte ook bestaande teksten om tot poppenspelen. De handpoppen waar hij mee speelde maakte hij meestal zelf. Tegelijk begonnen ze materiaal te verzamelen over de geschiedenis van het poppenspel. Na het overlijden van Guido op 5 augustus 1969 zette Felicia het werk voort. In 1971 kreeg de collectie erkenning als 'Het eerste Museum voor het Poppenspel in Nederland'. Negen jaar later, in 1980, droeg Felicia van Deth de collectie over aan het Nederlands Theater Instituut. Zelf werd zij benoemd tot conservator. Het museum is (anno 2004) nog altijd gevestigd in de Nassau Dillenburgstraat 8 in Den Haag.