Geboren te Maastricht, Limburg. Maria André Antoine August Defresne was een Nederlandse toneelschrijver. Zoon van Maria Alphonsius Hubert Andreas Defresne, slijter, en Maria Johanna Angelina Burgers. August Defresne deed eindexamen-HBS te Maastricht in 1911, bereidde zich voor op het examen M.O.-Nederlands in Amsterdam maar zag na vier jaar van deze studie af. Defresne, was uit een gegoed Limburgs zaken milieu afkomstig. In de hoofdstad raakte hij in de ban van het toneel. Hij begon toneelstukken te schrijven en verdiepte zich in de psychologie van het theater (essay: De psychologie van Van den Vos Reynaerde, (1920). Defresnes vroege stukken (Koningen, 1923; De uitvreter, 1926 e.a.) lijken enigszins tussen het naturalistische en impressionistische drama in te staan, maar missen de muzikale intermezzi van het expressionistisch toneel. Naast oorspronkelijk werk, dat meestal onder zijn eigen regie werd uitgevoerd, maakte hij toneelbewerkingen van enkele romans. Vanaf de jaren dertig werkte Defresne nauw samen met Albert van Dalsum, aanvankelijk bij het Oost-Nederlandsch Tooneel en later bij het Amsterdamsch Tooneel. Hij vertaalde en regisseerde in het theaterseizoen 1929-1930 de Driestuiversopera van Bertold Brecht en toerde met Van Dalsum en zijn gezelschap met veel succes door Nederland. Onder Defresne hebben repertoirekeuze en regie in deze tijd een veelal maatschappij-kritische toonzetting, alhoewel ver verwijderd van het experimenteel drama van de late jaren veertig; er waren echter ook bewerkingen van de klassieken: Electra en Medea. Tijdens de bezetting staakte Defresne zijn werkzaamheden als regisseur, maar schreef nog wel voor toneel, zoals zijn drama Het onbewoonde eiland uit 1941, dat geldt als hoogtepunt in zijn toneeloeuvre en dat ook internationaal op de planken is gebracht. Van 1947 tot 1953 was Defresne samen met Van Dalsum directeur van het Amsterdams Toneelgezelschap, dat onder zijn regie werk van Shakespeare speelde. Nadien was hij nog enige jaren werkzaam als artistiek leider van De Toneelvereniging. Defresne was zonder twijfel een van de belangrijkste figuren van het Nederlands toneel in de periode 1930-1960, niet slechts als regisseur of toneelschrijver, maar ook als richtinggever en vernieuwer.
Gehuwd op 14-12-1920 met Charlotte Theresia Catharina Köhler. Het huwelijk werd ontbonden op 19-6-1937. Hertrouwd met Anna Charlotte Ruijs op 22-6-1945. Beide huwelijken bleven kinderloos.
Overleden te Amsterdam aan de gevolgen van een hartaanval. Een jaarlijkse prijs, door de Nederlandse vereniging van toneelkunstenaars uitgeloofd voor de beste regieprestatie, werd naar hem genoemd: de Defresne-prijs.