Brandaan, abt van een groot Iers klooster, leest in een oud boek allerlei merkwaardige natuurverschijnselen die hij niet kan geloven. Het is zo ongeloofwaardig wat hij leest, dat hij geïrriteerd het boek in het vuur werpt, maar dan verschijnt een engel die hem opdraagt per schip een reis te ondememen om de waarheid te achterhalen en opnieuw te boek te stellen. Er volgen negen jaren waarin Brandaan en zijn tachtig medebroeders de wereldzeeën bevaren. Tijdens de gevaarlijke en avontuurlijke reis vallen ze van de ene verbazing in de andere: zeemonsters, een vis met een eiland (met een woud) op de rug, een wereld op de zeebodem, een aards pararadijs, de verrader Judas die af en toe verlichting krijgt van de helse pijnen die hij moet ondergaan…