Winter 1857. Abner Marsh heeft grote moeite werk te vinden als kapitein van een rivierstomer op de Mississippi. Als een rijke aristocraat hem onverwacht een lucratief aanbod doet, is Abner meteen op zijn hoede. De reden? De spookachtig bleke Johua York met zijn kille blik gaat er volledig aan voorbij dat Abners vloot op één boot na volledig is vergaan tijdens een ongewoon strenge winter. Het laat hem bovendien onverschillig dat hij zijn investering de komende tien jaar niet zal terugverdienen. Wat wel zijn redenen zijn om de gevaarlijke Missippi op te gaan, vertelt hij niet - en de enige voorwaarde die hij stelt, is dat Marsh zijn afwijkende gedrag zonder vragen te stellen accepteert, hoe bizar, willekeurig of bevreemdend dat gedrag op mag zijn. Abner gaat aarzelend akkoord, misschien tegen beter weten in. Pas tijdens de eerste reis van de Fevre Dream dringt het langzaam maar zeker tot hem door dat hij een overeenkomst is aangegaan waarvan de afloop heel onzeker is.