In 'Het erfgoed' verlaat Jelinne Vennara het areaal Amsterdam en trekt samen met Garem naar Antwerpen waar ze in het betrekkelijk kleine faculteitshospitaal gaat werken en in alle rust haar kind kan krijgen. Wanneer haar dochtertje Anabelle geboren wordt, voldoet de baby echter niet aan haar verwachtingen. Naarmate Anabelle opgroeit, wordt Jelinnes afschuw voor het kind groter. Wanneer ze na verloop van tijd een aanbieding krijgt om in een gerenommeerd hospitaal in Parijs te gaan werken, neemt ze dit aanbod met beide handen aan. Anabelle zit haar daarbij in de weg. Intussen leeft de groep, waaronder de Vindevogels, in harmonie met elkaar en met het woeste, verlaten landschap waarin ze zich gevestigd hebben. Het leven op zich is hard en moeizaam, maar waard om geleefd te worden. Het is nu al enkele jaren geleden dat ze nog iets van Jelinne Vennara of van een van de andere wetenschappers vernomen hebben en de groep begint zich stilaan veiliger te voelen. Tot op een dag Alex geconfronteerd wordt met Anabelle, het kind van Jelinne Vennara...