Door een val van haar paard heeft Tonke een verbrijzelde ruggenwervel. Ze ligt verlamd in bed. Ponyrijden kan ze de eerste maanden wel vergeten. De tijd gaat langzaam. In bed valt niets te beleven. Iedereen is op vakantie. Tonke zou met haar nichtje mee gaan op huifkartocht, maar dat kan nu natuurlijk niet. Ze kan alleen maar fantaseren over haar mini-manege. Tonke probeert met haar blik de speelgoedpaarden naar zich toe te tekken. Ze trekt en trekt... En ineens staat ze echt in de wei. Kan ze toch nog mee met de huifkartocht?