Geesje zoet is een heel zelfstandig meisje. Ze heeft een vader die chauffeur is op een vrachtwagen. Nu moet hij naar Turkije en Geesje mag mee. Maar midden in Griekenland krijgen ze ruzie. Geesje stapt uit, en komt terecht in een tentenkamp van archeologen, die op zoek zijn naar de botjes van een verdwenen prinses. En naar haar gouden schatten! Geesje wordt kokkin in het kamp. Maar ze zou liever helpen graven. Dus trekt ze er ’s nachts op uit, alleen met haar vriendje de schildpad. Het is spannend, maar toch verlangt ze soms naar huis, naar Dora en het snoepspook en de kip Jansen...