Op een dag wordt in het plaatsje Rijssen een vreemde ontdekking gedaan. Belcampo hoort een gil vanuit het huis van zijn buurman Hendriks. Belcampo gaat naar zijn buurman toe en vraagt waarom de buurvrouw gilde. Ze had een zeer merkwaardig beest gevonden. Belcampo en Hendriks vangen het beest. Ze besluiten het verhaal in een brief naar de krant te sturen. Even later als Hendriks de brief in de bus wilde gooien komt er uit de brievenbus nog zo'n beest uit de brievenbus. Ze vluchtten naar huis toe.
De volgende ochtend was de hel en de hemel letterlijk losgebroken. Op straat krioelde het van de vreemde wezens.
Er ontstonden twee soorten luiken in de lucht; uit het een kwamen de engelen met rozen in een fel licht uit de hemel neerdalen en uit het andere luik kwamen duivels naar beneden…