Op zondagmorgen zat dat bizarre gevoel nog steeds in zijn hoofd. Hij nam een douche, kleedde zich aan en liep naar beneden. Op de overloop keek hij voor het eerst bewust in de spiegel. Hij was al op de trap toen hij zich realiseerde wat hij gezien had: zijn gezicht was lichtgroen.
Eén lang ogenblik stond hij als bevroren. Zijn blik gleed omlaag naar zijn armen en blote voeten. Groen! Zijn huid was weliswaar lichtgroen maar toch duidelijk herkenbaar groen.
Met twee sprongen stond hij opnieuw in de badkamer. Hij gooide zijn kleren uit en staarde naar zijn lichaam. Groen!