Jules logeert in de zomervakantie in het oude duinhuis van zijn oom. Vlakbij staat een ruïne. Op de muur heeft iemand een hulpkreet gekrast.
’s Nachts droomt Jules over het kasteel toen het nog geen ruïne was. En over Alrik die er ooit woonde. Hij weet meer over de hulpkreet en over het meisje Olwen dat ontvoerd is door een man met woeste ogen. Vreemd genoeg heeft Jules bij de ruïne ook zo’n man ontmoet! Samen met zijn nieuwe vrienden Robert en Laura probeert hij uit te zoeken wat er vroeger is gebeurd!