In een paleis met een geel pannendak leefden twee zusjes: Mora en Alma. Mora was zo hebzuchtig en jaloers dat ze met de dag gemener werd. Zo gemeen dat Alma haar zoontje Polle maar liever in veiligheid liet brengen, ver buiten de stad. Wanneer Polle later, groot geworden, terugkeert naar het paleis, weigert Mora hem de toegang. En dat terwijl Polle weet dat zijn moeder in het paleis is en doodziek is! Hij bedenkt een prachtig plan: sindsdien wordt hij niet voor niets Polle de orgeljongen genoemd.