Terwijl de wereld in brand staat en de ellende van de eindtijd onafwendbaar lijkt, geniet Victor, de zoon van Peter en Monica, van een onbezorgde kindertijd in België.
Hij is vijftien als zijn vader ten prooi valt aan de vloek die in hem woekert en Peters verschrikkelijke dood verandert de vrolijke jongen in een norse puber. Tien jaar later sterft ook zijn moeder. Na haar dood trekt Victor met haar urne naar Chili om haar volgens de gebruiken van het Coya-volk te begraven. En vanaf het moment dat hij voet op Chileense bodem zet, raakt alles in een stroomversnelling.