Fritz Chevalric de Ziener, bastaardzoon van koninklijken bloede, is opgestaan uit de dood. Hoewel hij in zijn leven daarvoor werd geleid door de gelofte van trouw, die hij aflegde aan de machtige Ziener-koning Vlijm de Listige - door zijn betrekking als koninklijke moordenaar tegen wil en dank - nu is hij vastbesloten de rest van zijn leven anders in te vullen. Ook al komt hij al gauw tot de ontdekking dat de banden die hem met zijn vroegere leven binden niet zo gemakkelijk zijn af te leggen. Nauwelijks is hij bekomen van zijn beproeving, of Fritz wordt door prins Veritas ontboden naar het Bergrijk, waar Veritas op zoek is naar de eeuwenoude, geheimzinnige Ouderlingen. Over deze raadselachtige wezens is weinig bekend, behalve dat zij ooit bezwoeren in tijden van grote nood de bevolking van de Zes Hertogdommen te zullen bijstaan. En die nood ís nu hoog, want de aanvallen van de Rode Kapers op de kusten zijn talrijk en ongekend hevig. Op weg naar het Bergrijk worden Fritz en zijn metgezel, de wolf Nachtogen, aanhoudend nagejaagd door de trawanten van Veritas' verraderlijke broer, prins Regaal, die geheel onrechtmatig de troon van de Zes Hertogdommen bezet houdt. Daarbij wordt Fritz ook nog eens gekweld door het gemis van zijn dierbaren: zijn mentor Chade, Burrich, de oude stalmeester die als een vader voor hem is, en zijn geliefde Mollie, die zijn kind draagt. Als Fritz en de zijnen na tal van avonturen en omzwervingen de Ouderlingen weten te vinden, wacht zowel hem als zijn metgezellen een verbijsterende ontknoping. Dan pas wordt de ware en diepe betekenis van de talenten Vermogen en Wijsheid hem duidelijk...