Als Tom zijn nieuwe buurvrouw gaat verwelkomen, komt hij met een bloedneus en een tand door zijn lip thuis. De buurvrouw heeft hem geslagen. Vreemd, want ze deed alsof ze woedend was, maar ze keek alsof ze vriendelijk was...Meester Hans weet het antwoord: ze is een heks. Heksen vinden alles wat mooi is lelijk en andersom. Ze vinden alles lief wat onaardig is en andersom. Dus als een heks iemand leert kennen, geeft ze die niet beleefd een hand, maar een knal voor zijn kop.Dan komt er nog iemand in de wijk wonen: een magere man met opgetrokken schouders en een zwarte vilten hoed op. De heks is lelijker, maar deze man is enger, vindt Tom. Maar meester Hans vindt het geweldig! Een heks en een tovenaar in de wijk, een vrouw en een man... De meester vraagt aan Tom en zijn vrienden om te helpen hen te koppelen. In zijn schrijfblok wil hij alles opschrijven wat er gebeurt, zodat straks de hele wereld erover kan lezen…