Het is 2100. De poolkappen zijn bijna volledig gesmolten door het broeikaseffect en de zeespiegel is enorm gestegen. Het land is bijna overal verzwolgen door het water. Ook het eiland Wing, waar de 15-jarige Mara woont, dreigt te verdrinken. Mara heeft tijdens het lange stormseizoen veel tijd surfend doorgebracht op de weave met haar cyberwizz. Ze ontmoette er een vos, die haar achtervolgde en waarvan ze hoopt dat hij haar kan helpen. Tussen het vele elektronische afval ontdekte ze informatie over een stad die hoog boven het water uittorent. Ze overhaalt de eilandbewoners naar de stad New Mungo te reizen. Velen overleven de tocht niet. Wanneer ze hun bootje willen aanmeren aan de rand van de stad worden ze door andere bootvluchtelingen afgesnauwd en door de zeepolitie met geweerschoten verjaagd. Het is een harde strijd, er is bijna geen voedsel of drinkbaar water. Wanneer Mara’s boezemvriendin Gail bezwijkt, wil ze de stad binnendringen. Een rattenmepper of schooiertje helpt haar. Mara krijgt onderdak bij de boomnestelaars in de nederwereld. En op een dag gaat ze naar boven en sluipt ze New Mungo binnen…