We bevinden ons in de tijd na de Grote Overstromingen. Het land is verdeeld in veilige, droge gebieden, en terreinen die gevaar lopen als het water weer stijgt. Ook de bevolking leeft strikt gescheiden: de Drogen vormen de rijke elite, de Natten het werkvolk dat een hard bestaan leidt om te overleven en van waaruit steeds sterker verzet optreedt.
Nina is een Droge, de dochter van de Gouverneur. Tijdens de laatste overstroming is haar school getroffen en haar zusje verdronken. Daardoor is ze gedwongen om, zij het onder een andere naam, lessen te volgen op een school in het Natte gebied.
Op school wordt ze verplicht om met Max, een Natte, een werkstuk te maken. Wat met wederzijdse achterdocht begint, groeit al snel uit tot een fascinatie voor elkaars wereld en een ontluikende vriendschap. Maar de situatie is complex. Max’ vader is omgekomen bij de laatste overstroming, en er worden vraagtekens gezet bij de rol die de Gouverneur daarbij speelde. Max’ broer Li is nauw betrokken bij een gewelddadige verzetsgroep.