De altijd wakkere, wereldberoemde detective Ture Sventon heeft het overstelpend druk. Het is dan ook geen wonder dat Lord Hubbard hèm verzoekt, het geheim van de Onbegrijpelijke Inbreker op te lossen. Met het vliegende tapijt begeven de lord en de detective zich naar Londen, vergezeld van de bescheiden maar geduchte heer Omar uit de woestijn. Het is november en de wereldstad ligt in een zware, dichte mist. Maar zelfs de dichtste mist is niet in staat, een Ture Sventon te misleiden: hij gaat recht op zijn doel af. De geslepen misdadiger in deze zaak blijkt een oude kennis van Ture Sventon te zijn, Willem Wezel. In tal van slimme vermommingen belaagt Sventon de Wezel. Natuurlijk is de schurk tegen zoveel scherpzinnigheid niet opgewassen. Hij loopt in de val - de mooie angorakat van tante Victoria is gered.