Al vanaf zijn kleutertijd heeft Haldar visioenen: daarom noemt iedereen hem Heksenjongen. Hij woont in de tempel van Baran, op de helling van de vulkaan. Zijn grootste talent is het veroorzaken van problemen, vooral voor zichzelf. Op een dag verwoest een aardbeving de tempel. Eeuwenoude graven scheuren open. Haldar krijgt een helder visioen: in een van de graven ziet hij een spiegel van zwart lavaglas, die grote macht geeft aan diegene die erin kijkt. Elk beeld dat je oproept komt onmiddellijk tot leven! Haldar gaat op zoek tussen het puin, de schedels en de botten, en vindt de spiegel. Die nacht wervelt er sneeuw door de tempeltuin, sneeuw die een eigen leven lijkt te leiden. Spoedig daarna barstten er bloedige gevechten los. En wat betekenen de witte vleermuizen die alleen Haldar kan zien? Haldar moet vluchten en komt terecht in de zoutmoerassen. Daar ontdekt hij de afschuwelijke waarheid over de spiegel.