Het Eiland der Kinderen, waarop zich dit verhaal afspeelt, is een schiereiland voor de Finse kust. Vier kinderen brengen, nadat hun ouders reeds naar de stad zijn teruggekeerd, hun laatste vakantieweek alleen op het eiland door in het zomerhuis van de familie.
Dan gebeurt er iets: Lasse Lar komt, een bleke jongen, die vraagt bij hen te mogen blijven, en met wie zij dan overdag optrekken, waarin hij 's avonds verhalen vertelt. En in zijn verhalen zit iets dat de kinderen betovert. Lasse Lar wil ze alleen vertellen als de deur blijft openstaan, zodat de nacht deel gaat nemen aan het verhaal, en fantasie en werkelijkheid één worden.
De eerste avond is het een betoverd schip dat op de deuropening komt af varen en de kinderen meeneemt. De tweede avond vertelt Lasse Lar het verhaal van het hemelrijk der arme mensen en op de derde voert hij de kinderen mee naar de bodem van de zee. En in dit laatste verhaal doorleven zij de essentie van hun jeugd voor zij de drempel naar de volwassenheid overschrijden. Droom en werkelijkheid vloeien er in elkaar over.