Andreas' familie vindt Andreas stom, achterlijk, dom en idioot. In tegenstelling tot Chris, de vlotte, altijd succesvolle student die een gouden toekomst voor zich heeft. Andreas zelf heeft eigenlijk maar één probleem: zijn bijles rekenen. Tot wanneer hij naar mevrouw Gordon gaat. Haar huis lijkt ouderwets en doodgewoon, maar er beginnen vreemde dingen te gebeuren. Op een dag stoppen de wijzers van de klok en ziet Andreas drie kinderen die op het einde van de negentiende eeuw in het huis van mevrouw Gordon woonden: Henri, Charlotte en Edward. Henri wordt voortdurend gepest door zijn zus en zijn broer, en Andreas besluit Henri te helpen. Het wordt een verbazingwekkende, vaak angstaanjagende maar ook opwindende tijd voor Andreas. Vol nieuwe vrienden, vijanden, moeilijkheden en oplossingen.