Voor de derde maal moet de vredelievende Don Blik met zijn makker, het tot leven gekomen harnas van de Gouden Jonker volgen. Hij wordt begeleidt door de scherpzinnige Paprikaan, het snoeplustige zeemonster Natje en de vliegende, huppelende Hadnik. In het land van de donzig zachte Wattels is men nergens zo bang voor als voor de allesdoorwekende regen. De Gouden Jonker belooft hem voorgoed te verdrijven. Hij mag daarvoor met de lieve Watteia trouwen en koning worden. Zijn liefste wens schijnt te zijn vervuld, tot groot verdriet van de stadspluisjesverzamelaar, kleine Wattonio. Het duurt dan ook niet lang of er komt een afschuwelijk onheil over de onbezorgde Wattels! Maar dan verschijnt Don Blik. De hemel opent zijn sluizen, kleine Wattonio wordt een held en Paprikaan doet uiterst scherpzinnige uitvindingen.