In Dwergenland, waar koning Taubaart regeert, gebeuren spannende en tegelijk vrolijke dingen. De koning heeft heel wat te stellen met Oeteltje, het oude, maar zeer krasse dwergevrouwtje, met Puf, zijn hofnar en niet te vergeten met de uitvinder Pandeloor! Als de wilde koning Herfst en de westenwind op bezoek komen, is een list van Pandeloor nog van nut om die twee het land weer uit te krijgen, nadat ze eerst bijna een ravage hebben aangericht. Maar naderhand hebben zijn uitvindingen allerlei gekke taferelen tot gevolg. De komst van de machtige tovenaar Trammelant schept veel gevaar, maar tenslotte loopt het allemaal goed af door toedoen van enkele van Taubaarts onderdanen, waaronder Oeteltje, Rein de vos en Pandeloor. Wanneer de ezel Balk - die zichzelf baron noemt - en de kikker Poeriekwak samen een koor gaan vormen, bezorgt dat de koning de nodige opwinding. Tenslotte belandt Oeteltje door middel van één van Pandeloors uitvindingen op het dak van het paleis, kort daarna verdwijnt ze door de schoorsteen en verschijnt later zwart en woedend voor de koning en zijn meelevende onderdanen. Pandeloor, die zich schuldig voelt, wil haar reinigen door middel van een emmer water. Het is echter de koning die door een misverstand drijfnat wordt.