Brandaan, abt van een groot Iers klooster, leest in een oud boek allerlei dingen die hij niet kan geloven. Geïrriteerd werpt hij het boek in het vuur, maar dan verschijnt een engel die hem opdraagt per schip een reis te ondernemen om de waarheid te achterhalen. Er volgen negen jaren waarin Brandaan en zijn medebroeders de wereldzeeën bevaren. Tijdens de gevaarlijke en avontuurlijke reis vallen ze van de ene verbazing in de andere: een vis met een eiland op de rug, een aards paradijs, de verrader Judas die af en toe verlichting krijgt van de helse pijnen die hij moet ondergaan… Brandaan raakt er stilaan van doordrongen dat Gods schepping in het geheel niet te doorgronden is en dat Hij sneller bereid is tot genade dan men ooit zou kunnen bevroeden. Als na negen jaar blijkt dat het logboek waarin de avonturen werden opgetekend, reeds volledig is gevuld, laat Brandaan zijn schip terugkeren naar Ierland. Hij draagt het boek op aan God en sterft kort nadien. Het is de aartsengel Michael die zijn ziel komt ophalen: een uitzonderlijke eer voor een uitzonderlijke heilige.