Het is binnenkort feest in Kabouterland: een feest voor kabouter Alfabet. Hij mag het zelf niet weten. Koningin Violetta zou ook komen, maar die is ziek geworden. Ze heeft de Nee-ja-bib-bib-bibberitis. Daarom komt prinses Indigo om in het Toverziektennboek van Alfabet de goede toverspreuk te vinden om Viloetta weer beter te maken. Kabouter Alfabet wordt met een list naar het paleis van koning Goedhart gelokt. Zo kan zijn huisje voor het feest flink worden opgeknapt. Het feest kan beginnen. Prinses Indigo is er ook, maar helaas! Dat blijkt de boze heks Krikkekrakar te zijn. Ze ontvoert Wipneus en Pim en sluit ze op in een rotskelder.
Het is een vrije dag in kabouterland. Wipneus en Pim gaan daarom met de Zilveren Vis op de Sprookjeszee varen. Ze komen in slecht weer terecht en de Zilveren Vis gaat ook nog eens kapot. En zo drijven ze stuurloos rond. Gelukkig lukt het om op een eiland te komen; het lijkt onbewoond. Wel is er een put. Wipneus en Pim ontdekken dat het een wensput is. Dat komt goed uit, want zo kunnen ze wensen dat de Zilveren Vis het weer doet.
Wipneus en Pim zijn stiekem naar de zolder van het paleis gegaan. Er staat een geheimzinnige kist. In de kist zit een prachtige verrekijker. Als ze door de verrekijker kijken, zien ze dat ergens in het bos rook omhoog komt. Wipneus en Pim willen wel eens weten waar de rook vandaan komt en gaan op onderzoek uit. Zo ontdekken ze in het bos Baas Bosbes. Hij is op zoek naar het paleis van koning Goedhart, want hij heeft een brief voor de koning. De brief blijkt van koning Chrysanthus van Floraland te zijn. Hij schrijft dat alle kabouters in zijn land zijn betoverd door de vuurman Flammas. Wipneus en Pim gaan op pad om uit te zoeken wat er allemaal aan de hand is.