Amber is van de stad verhuisd naar een klein toeristendorpje aan de kust. Dankzij een erfenis heeft haar moeder de oude, niet meer gebruikte vuurtoren en het vuurtorenwachterhuis kunnen kopen. In het huis gaan ze samen wonen en de vuurtoren wil Ambers moeder als museum inrichten. Amber voelt zich ongelukkig op haar nieuwe woonplek. Ze kent nog niemand en ze mist haar vriendinnen in de stad. Dan ontmoet ze Daan, de zoon van de bakker. Die vertelt dat het spookt in de oude vuurtoren. De vuurtorenwachter IJsbrand Reynierszoon de Klerck heeft zichzelf er ruim tweehonderd jaar geleden opgehangen. Zijn geest vindt geen rust. Amber gelooft er niets van. Maar als zij en Daan bij het slopen van een oude nis in de vuurtoren een kistje met gouden munten vinden, beginnen er rare dingen te gebeuren. Er verschijnen teksten op de muur, er breekt plotseling brand uit, er worden ruiten vernield ? Zou het inderdaad IJsbrand zijn die rondspookt, of is er iets anders aan de hand? Amber is vastbesloten om achter de waarheid te komen. Met Daan en haar andere nieuwe vrienden Lars, Gina, Izmet en Margot gaat ze op onderzoek uit