Eens, op een berg noemden ze u naar de schaduw en de donkere steen en de dennen aan de voet van de berg. En een knaap kwam daar. Hij voedde de zwakke kracht die in hem was, alle kracht van zijn haar en zijn gewelddadigheid. En u antwoordde, u keerde terug. U voedde zich met haar en bloed, en u groeide. Hij gaf u zijn leven en u werd hem. U at zijn schaduw en de schaduwen van de drie naast het altaar.
De lucht flakkerde en trilde. Dit is het verhaal van Kernik, die Volkhavaar wordt, de magiër, de zwarte tovenaar die mensen aan zich bindt en het kwade doet neerdalen op een stad. Het is ook het verhaal van Shaina, de slavin, die de confrontatie met de tovenaar aandurft, omdat zij gelooft in het goede, in de witte kant van de tovenaar. Wie zal de sterkste blijken te zijn?