In de barre Koude Woestenij van Remmin rijst de onoverwinnelijke berg genaamd Sterhelling op. Het gerucht ging dat men op de toppen ervan demonen en boze goden kon vinden, en, vanzelfsprekend, ook fabelachtige schatten. Dus natuurlijk, toen Fafhrd en de Grijze Muizer ervan hoorden... En, alsof één zo'n uitputtend avontuur niet al rijkelijke voldoende is voor twee simpele stervelingen, verplicht het tweetal zich ook nog tot onderaardse diensten in het door doodsangst gekwelde koninkrijk Quatmall-Onder-de-Bergen, broedplaats van oeroudste en allerbooste magieën. Daar leren zij tot schaad en schand dat, vaker dan niet, het geen schatten zijn die tot aan het einde van een queeste blinken, doch verraad! Toch weten onze koene dapperen de dodendans te ontspringen, zodat ze welgemoed met frisse heldenmoed kunnen beginnen aan nieuwe doldrieste, allerplezierigste en ook gruwzame avonturen in hun vijfde boek!