Een blinde jongen, Mark, valt in een diepe kuil in zijn vaders aardappelveld. De kuil blijkt een honderden jaren oud graf te zijn waarin naast beenderen, ook een schild en zwaard liggen. Zodra Mark het zwaard aanraakt, wordt hij overweldigd door een immense kracht die door zijn hele lichaam stroomt. Die nacht droomt Mark dat hij wordt opgehaald door een spookschip dat hem naar een eiland brengt, waar zes zwarte koninginnen hem naar koning Arthur begeleiden. Maar is het wel een droom?