In deze verhalenbundel vertelt Astrid Lindgren sprookjes over wonderbaarlijke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld over Bertil, die zit te wachten tot zijn ouders terugkeren, en het kleine mannetje Nils Karlsson ontmoet, die onder zijn bed in een muizenholletje woont. Dankzij een toverspreuk wordt Bertil even klein en kan hij Nils' huisje bezoeken. Of over de kleine Britta-Kajsa, die zo graag een pop wil, maar haar ouders zijn te arm om er een te kopen. Of Göran, die met een ziek been in bed ligt, maar door een vreemde heer meegenomen wordt naar het Land van de Verdoemenis.