In ‘De legende van Abraxas’ smeedde de Vossengod een complot om zijn meester Abraxas naar deze wereld terug te brengen, wat rampzalige gevolgen zou hebben voor de mens en waardoor magische vermogens verloren zouden gaan. De krijger Flamen slaagde er tenslotte in de Vossengod te verslaan en zich meester te maken van de Ondergangsprofetieen die het volk van de Aumen lang geleden verloren.
Door toedoen van Flamen werd Abraxas, de Grote Onbekende, symbool voor vernietiging en chaos, verbannen naar zijn schuilplaats buiten de tijd. Dan, op een dag, ontdekken twee Aumen, Berry en Donatus, een paleis waar de dwerg Andvari de restanten van de Vossengod bewaart. Hij wil het lichaam meenemen naar de onderwereld om het bij de goden te ruilen voor goud.
Volgens Andvari heeft in de Boze Zee een schip aangelegd, de Naglfar, gemaakt van de lichamen van gestorvenen en het enige schip dat naar de onderwereld kan varen. De dorpsoudste vertelt dat dit een voorteken is, het oudste voorteken van allemaal: de aankondiging van het laatste gevecht tussen reuzen en goden, ofwel Ragnarok. Het is nu aan de Aumen om te voorkomen dat Andvari de onderwereld bereikt…