Een mysterieuze tocht, waarin de gehei-men van Haarlem onthuld worden. Jeroen en Yara gaan tijdens de zomervakantie logeren bij hun favoriete oom Jouke, in Haarlem. Ze zijn eigenlijk ziek, maar na veel gezeur besluit hun moeder dat ze toch mogen gaan. Tijdens een van hun wandelingen door Haarlem gebeuren er ineens hele rare dingen; de buurvrouw waar ze normaal altijd een praatje mee maken herkent hen niet en lijkt een soort schim. Jeroen denkt de man van het beeld op de Grote Markt te zien lopen en Yara vraagt zich af wie die vreemde schipper van de kotter UK114 is die ze 's nachts heeft zien varen. Als ze ook nog een jongen zien wegschaatsen op de rivier terwijl het hartje zomer is, beginnen ze toch te denken dat de koorts hun parten speelt. Niets blijkt minder waar. De tweeling komt erachter dat oude verhalen in Haarlem rondjes blijven dwalen zoals het water van de rivier het Spaarne een rondje maakt. De vreemde mensen die ze zien, zijn allemaal historische Haarlemmers die gevangen zitten in de verhalen die steeds maar over hen worden verteld: Lourens Coster, Kenau Hasselaer en Hans Brinker Als ze zelf ook gevangen dreigen te raken, is het hoog tijd voor actie. Samen met de schipper van de UK114 weet de tweeling de ban te verbreken en geven ze de dolende Haarlemmers hun rust terug.