1964. Vroeg op een frisse voorjaarsochtend vergezelt Cory Mackenson zijn vader op zijn melkronde als er plotseling een stuurloos geraakte auto voor hen op de weg verschijnt, die van de rand van het ravijn in de peilloze diepten van het meer stort. Cory's vader doet een wanhopige poging de inzittende te redden, maar als hij de zinkende wagen bereikt, staart hij in het levenloze gezicht van een naakte man. Zijn polsen zijn aan het stuur geketend. Om zijn nek zit een koperen draad. Vanaf dat moment begint Cory's zoektocht naar de waarheid achter deze wrede moord. Het duizelt hem van de mogelijke oplossingen en van de zich steeds verdiepende raadsels. Zijn pogingen om de krachten van goed en kwaad te ontwarren voeren hem door een labyrint van gevaren en intrigerende details. Zo komt Cory terecht bij een geheimzinnige sekte, ontmoet hij een 106 jaar oude vrouw die slangen bezweert en contact heeft met de doden. Hij ontdekt een monster in de rivier en wordt de trotse bezitter van een fiets met een gouden oog... Een simpel groen veertje zet hem uiteindelijk op een spoor. Maar dan beseft Cory dat hij en zijn geteisterde vader worden opgejaagd door de dood...