Richard Rawn, een jongen van zestien jaar, klein van gestalte, arriveert met een ruimteschip op Deimos, het kleinste maantje van de planeet Mars. Hij komt er als versterking van de bezetting van het radiostation. Maar amper is Rick op de Marssatelliet uitgestapt of er komt een alarm van Mars zelf, dat een mensenkolonie daar in nood zou verkeren. Rick, Maurice Gray en Bruce Talbot gaan op verkenning. Ze landen in een woud van gasplanten, die op Mars zijn aangekweekt omdat ze zuurstof afscheiden en daardoor het leven op deze planeet met zijn dunne lucht mogelijk maken. Maar met de planten komt op Mars ook het dierlijke leven tot ontwikkeling, geheel overeenkomstig de evolutie op Aarde, maar dan in een eindeloos veel sneller tempo. De kolonisten krijgen te kampen met reusachtige insecten, met angstwekkende reptielen en prehistorische monsters.