Arnold is gedwongen om de onderwereld in te gaan. Keizerin Majesta heeft zijn moeder vergiftigd met een geniepig gif. Door dat gif raakt zijn moeder behaard als een gorilla. Arnold moet in de onderwereld op zoek naar de kruidenmeester die nog steeds gevangen wordt gehouden door de Keizerin.
Al snel blijkt dat hem dat alleen niet gaat lukken. Hij vraagt Taipin Zyster, de tovenaar, om hulp, maar die wil hem alleen helpen als Arnold hem ook helpt. Arnold moet de Nachthelverans terughalen naar de onderwereld. Die is samen met zijn vriend Pekkernek naar de middenwereld ontsnapt om wraak te nemen op een bende moordenaars. Ook de vriendin van de Nachthelverans, een cactusvrouw, is hem achterna gegaan.
De Baracha-prinses heeft daarom zes andere cactusvrouwen naar de middenwereld gestuurd om haar terug te halen. Arnold weet dat de Nachthelverans gaat toeslaan tijdens het carnaval van Breda. In die periode valt het niet op wanneer er rare figuren op straat rondlopen.
In vier dagen moet Arnold de Nachthelverans vinden en proberen om te voorkomen dat ze ontdekt worden door de varklopers (de mensen). Want als dat gebeurt dan zal dat het einde betekenen van de onderwereld. Omdat ook Keizerin Majesta een twintigtal Omobo's heeft uitgerust met een mensenhuid en ze achter Arnold heeft aangestuurd, gaan ook de andere wezens zich ermee bemoeien.
Tijdens het carnaval van Breda zijn er honderden waterwezens in de grachten van Breda en tientallen vuurwezens verscholen in lantaarnpalen. De situatie loopt totaal uit de hand.