De Baron van Münchhausen Junior beleeft met zijn neef Baron Goudknots, zijn achterneef Jonkheer van Fladderack tot Pommerans, Douairière De Velours Chiffonnière en Freule Constance de Mésalliance de meest dolzinnige avonturen, het ene al ongeloofwaardiger dan et andere. Deze belevenissen worden met zulk een overtuiging opgedist, dat wij ons, of we willen of niet, laten meeslepen van dwaasheid tot dwaasheid, en ernstig worden door al het belachelijke dat er in de wereld te koop is, en onbedaarlijk moeten lachen over ernstige zaken. De memoires van deze twintigste eeuwse snoever zijn in de hedendaagse Nederlandse humoristische literatuur een uniek verschijnsel. Aan de alle perken te buiten gaande grootspraak van deze Baron ligt diepe wijsheid ten grondslag en daaraan heeft de Baron het te danken dat hij onze sympathie krijgt.