Ergens in een oud huis onder de keukenvloer woont een gezinnetje Bruikleners bestaande uit vader Pol, moeder Pleuntje en hun dochtertje Annesien. Op een kwade dag wordt Pol ‘gezien’ door een jongen, juist wanneer hij aan het ‘lenen’ is. Onverwachte gebeurtenissen zijn het gevolg en de familie moet hals over kop vluchten.