Opnieuw wordt het Bruiklenersgezinnetje door een ramp getroffen. De jachtopziener verlaat het huisje waardoor dit leeg komt te staan. Nu moeten de Bruikleners ook weg, want waar geen mensen wonen, daar kan ook niet ‘geleend’ worden en ‘lenen’ is voor hen noodzakelijk om inleven te blijven. Ze vertrekken naar ‘Klein Wilgendam’, een miniatuurstadje, waar ze een fraaie woning op maat vinden en waar mensen allerlei nuttige dingen verliezen.