De boerderij der dieren verhaalt op een eenvoudige, ,,grimmig sprookjesachtige wijze Orwells visie op de verloedering van het communistische ideaal.
Het handelt over dieren die in opstand komen tegenover hun meesters: de mens.
De varkens hebben lang tevoren leren lezen en schrijven en vanzelfsprekend worden zij de leiders van de revolutie vanwege hun hoger intellectueel peil dan de andere dieren. Hun karakter is evenwel niet van even grote kwaliteit; steeds meer breiden zij hun priviléges uit en werpen zich op tot een nieuwe elite, wier macht niet geringer is dan die van de oude heersers.
"Gelijkheid" wordt op de duur als ideaal afgeschaft en een catastrofale ineenstorting van de boerderij der dieren (de maatschappij) is onafwendbaar.