Deze roman verplaatst ons in een tijdperk, tien eeuwen na onzen tegenwoordigen tijd. Met een werkelijk verbijsterende fantasie doet de schrijver die vreemde wereld in al zijn bijzonderheden voor ons leven. Allerlei vreemde uitvindingen zijn en worden er gedaan, die vooral de menschelijke macht over den aether hoe langer hoe onbegrensder maken. Er wordt ons een beknopt overzicht gegeven van die tien eeuwen, die voorbij zijn gegaan. In het jaar 2145 b.v. brak er een ernstige oorlog uit. In dezen oorlog ontdekt een jonge française een ‘elegant en simpel verdedigingsmiddel’. ‘Door op groote afstanden een bundel parallel loopende golven van tot nu toe onbekende natuur uit te zenden, veroorzaakte ze de totale verbranding van elk explosief’. In oude kronieken wordt een beschrijving van de eerste verschijning van de ‘projecteurs Roger’ gegeven: ‘Duizend vliegmachines, die elk een ton ontploffingsmiddelen droegen van ontzettende kracht, werden op slag vernietigd. De aarde sidderde. Een luchthoos viel neer over het land en wierp de zee als met een slag op het strand... En van heel het machtige escadrille was nu niets meer aan den horizont dan een enorme en vormelooze wolk’. Deze vreemde gebeurtenissen zijn evenwel absoluut niets, bij wat er in de tiende eeuw zal gebeuren. Al worden oorlogen door een raad van wijze mannen voorkomen, toch was de menschheid niet gelukkig.