Ergens in een van de Oost-Europese landen werkt de scheikundig Professor Warnaski onder bijna ondraaglijke spanning aan een project, een alles vernietigend gifgas, dat bepaalde figuren de absolute heerschappij over het mensdom zou verschaffen, als de formule in verkeerde handen zou vallen. Warnaski’s geweten kwelt hem zeer, bovendien wat gaat er gebeuren als zijn proeven slagen en hij zijn nuttigheid heeft verloren? Een zekere dood grijpt hem aan en hoe kan hij, die onder strenge bewaking staat, aan dit gevaar ontsnappen? Hij vlucht en duikt op in een vredig stadje in Nederland, waar hij hoopt ongestoord een tegengif uit te werken, maar waar het weldra wemelt van de spionnen. Gelukkig maar, dat Fred, André en Martijn, even energiek als intelligent, de arme Warnaski in bescherming nemen en het gevaar afwenden.