Sinds haar ouders om onduidelijke redenen zijn vertrokken, woont de 17-jarige Hazel in bij haar oom. Wanneer hij haar een keer in een dronken bui aanvalt, vlucht ze naar het bos net buiten de stad. Daar wordt ze opgevangen door een groep mensen, die witte heksen blijken te zijn. Een van hen ontdekt dat Hazels geheugen is behekst. Dat verklaart ook waarom ze zich zo weinig van vroeger herinnert. Maar wie heeft haar behekst? En waarom? Als ze tijdens een tarotlegging de ‘doodkaart’ trekt, voelt ze zich allesbehalve veilig…