Tom Pepermans, een Belgische filosofiemedewerker aan een Nederlandse universiteit. In het begin van de roman staat hij klaar voor de sprong van de 'Toren van Wijsbegeren'. Hij denkt terug aan zijn aankomst op de faculteit, zo'n half jaar geleden. In de vier seconden van zijn val wordt het relaas van zijn verblijf aldaar verteld. In dat halve jaar speelde hij verschillende rollen. Hij wordt medewerker van een mysterieus project met een sprekende supercomputer, raakt verslingerd aan een wonderschone vrouw ('Hare Majesteit') en raakt steeds meer in het nauw, slachtoffer van een naar de apocalyps toegroeiende samenleving. Gefrustreerd door het falen in zijn queeste naar harmonie, is hij uiteindelijk klaar voor de sprong.