Het is 1995. De zesjarige Merlijn Indegrot, getooid met blauwe punthoed en blauwe mantel vol groezelige sterren en manen, belt - moe en verwaarloosd - aan bij Yentl en Joakim. Hij vertelt hen dat hij hun kind is. Neen, hun kind zal worden - op 12 augustus van het jaar 2001. Want Merlijn leeft namelijk achteruit. Yentl en Joakim worden meegesleurd in een draaikolk van gebeurtenissen, die hen langs de onderwereld naar Camelot leiden. Op hun tocht ontdekken ze waarom er geen elfen, feeën, draken of reuzen meer zijn en wie de geheimzinnige tempel van Stonehe... en ze begrijpen dat Merlijn is gekomen om de wereld te redden!